Het besluit van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema om fans van Lazio te weren van een wedstrijd tegen Ajax eind vorig jaar, leidde tot een flinke rel met de UEFA. De Europese voetbalbond beschuldigde Halsema van ‘zedenprediking’, terwijl de burgemeester van Amsterdam de UEFA ervan beschuldigde de antiracismecampagne niet serieus te nemen, meldt Parool na inzage in de correspondentie.
Op 26 november maakte Halsema bekend dat de gemeente besloten had geen S.S.-fans toe te laten. Lazio zal op 12 december de wedstrijd tegen Ajax in de Johan Cruijff ArenA bijwonen. Hij noemde rellen in de stad na een recente wedstrijd van Ajax tegen Maccabi Tel Aviv, zorgen van de politie over racistische en antisemitische opmerkingen van Lazio-fans en het feit dat UEFA de wedstrijd had aangemerkt als een wedstrijd met een hoog risico.
De verwijzing naar UEFA in het besluit werd door de Europese voetbalbond niet goed ontvangen. UEFA merkte in een brief van 28 november op dat Halsema de club nooit rechtstreeks over het besluit heeft geraadpleegd.
De voetbalbond noemt het besluit van Halsema ‘teleurstellend’, vooral omdat de fans van Lazio al zo’n 3.000 tickets hadden gekocht en vluchten en hotels hadden geboekt. “Hoewel we de recente onrust in de stad Amsterdam begrijpen, moeten we ons toch afvragen wat de motieven zijn achter zo’n draconische maatregel die in zo’n laat stadium wordt genomen”, schreef Giorgio Marchetti, plaatsvervangend secretaris-generaal van de UEFA.
Volgens Marchetti was het besluit “voornamelijk gebaseerd op generalisaties over de gastclub, en niet op een op inlichtingen gebaseerde risicoanalyse.” UEFA zei ook dat de kwalificatie van de wedstrijd als ‘hoog risico’ simpelweg ‘standaardpraktijk’ was, bedoeld om extra veiligheidsmaatregelen te nemen. “Dit betekent niet automatisch dat er risico’s verbonden zijn aan een specifieke groep fans.”
Halsema reageerde op 4 december. Hij benadrukte dat de Amsterdamse autoriteiten de maatregel hebben genomen op basis van actuele politie-informatie en Europese ervaringen met enkele Lazio-fans. “De extreemrechtse gezindheid van sommige Lazio-fans en hun antisemitische en discriminerende uitlatingen in Europa de afgelopen jaren zijn bekend”, schreef hij.
Hij toonde zich ook verbaasd over de poging van de UEFA om zijn belangrijke kwalificatie voor de wedstrijd te bagatelliseren. “U toont dus niet aan dat u zich bewust bent van de ernst en de gevolgen (voor de veiligheid) van de extreemrechtse en racistische uitingen en het gedrag van een deel van de Lazio-fans”, schreef de burgemeester van Amsterdam, die de UEFA ervan beschuldigde haar antiracismecampagnes niet serieus te nemen.
“We kunnen dit niet rijmen met uw campagne ‘Zeg Nee tegen Racisme’”, zei hij. “Als de UEFA zegt dat voetbal meer is dan een spel en een positieve invloed kan hebben, dan brengt dat ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid met zich mee.”
UEFA reageerde op 10 december en stelde dat Halsema de betekenis “verkeerd had geïnterpreteerd” en dat de conclusies die zij in haar brief trok “de reputatie van UEFA ernstig hebben geschaad”. Marchetti noemde Halsema’s beschuldigingen ‘moreel gepredikt’ en zei dat ze volledig voorbijgaan aan de inzet van UEFA om racisme te bestrijden. Vervolgens somde hij de reisverboden en stadionsluitingen op die de bond de afgelopen jaren had opgelegd.
Halsema reageerde de volgende dag opnieuw en uitte haar teleurstelling over het gebrek aan steun van de Europese voetbalbond. “Wij hadden gehoopt en verwacht dat u als UEFA aan onze zijde zou staan in deze ingewikkelde afweging en bij het noodzakelijke besluit dat wij uiteindelijk als lokale overheid moesten nemen in het kader van de openbare orde en veiligheid”, schreef hij.
De burgemeester van Amsterdam zei dat hij zich zou bezinnen op zijn aanpak van de situatie en dat hij het besluit om Lazio-fans te weren zou laten evalueren in overleg met de burgemeesters van andere gaststeden, de KNVB en het ministerie van Justitie en Veiligheid. “Wij staan er altijd voor open om samen de gang van zaken te evalueren.”
Een woordvoerder van Halsema zegt tegen Parool dat de UEFA hierover geen verdere correspondentie heeft gevoerd.
