De Grote Gambit: Navigeren door het ontrafelende geduld van Hasi’s bewind

De Grote Gambit: Navigeren door het ontrafelende geduld van Hasi’s bewind

Het blijft, in het koude licht van de rede, een hallucinerende beslissing. Een beslissing die niet vanuit een positie van macht werd genomen, maar vanuit de mist van wanhoop of een koppig, bijna mystiek, geloof. Toen de beslissing werd genomen om door te gaan met Besnik Hasi – en dat mogelijk nog langer te doen te midden van de verleidelijke schaduw van een redder als Hervé Renard – tartte die de conventionele logica die het voetbal beheerst. En toch waren er, en zijn er nog steeds, supporters die het prima vinden dat Hasi blijft aanmodderen.

Dit is de centrale paradox van dit tijdperk: een ambtstermijn die gekenmerkt wordt door middelmatigheid, maar tegelijkertijd geïsoleerd wordt door een vreemde, geduldige acceptatie door een deel van de gelovigen.

Om dit te begrijpen, moet men eerst Hasi’s eerste reddingsactie erkennen. Hij arriveerde als brandweerman, belast met het blussen van de vlammen van een crisis. In die beperkte context slaagde hij daarin. Hij zorgde voor stabiliteit, een rudimentaire structuur en een paar cruciale resultaten die destijds aanvoelden als manna uit de hemel. Voor sommige supporters is die dank nog niet volledig ingelost. Ze zien een pragmatische, zij het weinig spectaculaire, leider die het schip stabiel heeft gemaakt, en ze vinden het riskanter om de blauwdruk zo snel te verscheuren dan hem zijn project te laten voltooien.

Deze factie hanteert een filosofie van verlaagde verwachtingen. Ze beweren dat de selectie zijn beperkingen heeft, dat de omgeving onvoorspelbaar is en dat Hasi meer slachtoffer is van de omstandigheden dan de dader van slecht voetbal. Voor hen is “doormodderen” geen aanklacht; het is het realistisch omgaan met een moeilijke situatie. Ze vrezen het onbekende meer dan dat ze een hekel hebben aan het oninspirerende heden.

Dit geduld is echter een valuta die met elke voorbijgaande, lusteloze prestatie in waarde daalt. Wat ooit als stabiliteit werd gezien, wordt nu ontmaskerd als stagnatie. De “warboel” is niet langer een tijdelijke situatie, maar het bepalende kenmerk van zijn heerschappij. De tactische aanpak lijkt eendimensionaal, de aanpassingen tijdens de wedstrijd voorspelbaar en de identiteit van het team is vervaagd tot een vormloze, reactieve entiteit. Het initiële krediet is op en het team draait nu op een overschot aan goodwill van de fans.

Daarom wordt de situatie steeds onhoudbaarder. Het vernietigende bewijs staat niet langer alleen op het scorebord; het is in de tastbare zin van inertie. Het voetbal mist ambitie, de resultaten zijn inconsistent en de kloof tussen het potentieel van de club en de huidige realiteit wordt steeds groter. Hoe langer dit aanhoudt, hoe meer het oorspronkelijke “reddingsverhaal” wordt overschreven door het “plafondverhaal” – de groeiende overtuiging dat Hasi dit team zo ver heeft gebracht als hij kan, en dat “ver” simpelweg niet ver genoeg is.

Deze onhoudbare situatie wordt nog verergerd door het openbare, voortdurende wachten op Hervé Renard. Het spook van de charismatische Fransman, met zijn bewezen staat van dienst op internationaal gebied en zijn inspirerende aanwezigheid, vormt een constant, schril contrast met de huidige realiteit. Het is een afwachtend spel dat al Hasi’s tekortkomingen uitvergroot. Elk gemist punt, elke tactische misstap wordt niet alleen met frustratie beantwoord, maar ook met het refrein: “Stel je voor dat Renard hier was.”

Dit creëert een onmogelijke werkomgeving. Hoe kan een leider volledige autoriteit uitoefenen wanneer zijn opvolger schijnbaar in het volle zicht van het publiek en de spelers wordt gekoesterd? De schaduw die Renard werpt, is zo lang dat hij elke kleine vooruitgang die Hasi zou kunnen boeken, dreigt te overschaduwen. Het project ligt aan de beademing en iedereen weet dat er een nieuwe dokter klaarstaat.

De supporters die ooit oké waren met Hasi’s aanmodderen, vormen nu een slinkende groep. De hallucinatie vervaagt en maakt plaats voor de grimmige realiteit van een team dat watertrappelt terwijl een potentiële reddingsboot vlak voor de kust ligt. De beslissing om in dit niemandsland te blijven hangen is niet langer alleen maar discutabel; het wordt een actieve belemmering. Het wachten op Renard, of op welke daadkrachtige actie dan ook, kan niet eeuwig duren. Voor een club met ambitie is aanmodderen de langzame, stille weg naar irrelevantie. En dat is een lot waar geen enkele supporter ooit vrede mee kan hebben.

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*